Eye-opener

— 11 september 2017

Sloane Stephens versloeg in de finale haar vriendin Madison Keys. De nieuwe Amerikaanse toppers in het vrouwentennis braken door na blessures.

Ondanks hun vroege doorbraak bij de profs kwamen de twee tot nu toe nooit verder dan één keer de halve finale bij de Australian Open, Stephens in 2013 en Keys in 2015.

Waarom het nu wel lukte? Beide finalisten noemden hun gedwongen afwezigheid als cruciale factor voor hun doorbraak. „Door de periode dat ik niet kon spelen ben ik me gaan realiseren hoeveel ik van deze sport houd”, zei Keys. „En door mezelf minder druk op te leggen sta ik met meer plezier op de baan.”

Stephens had eenzelfde ervaring. „Het was een soort eye-opener. Natuurlijk genoot ik van mijn vrije tijd tijdens mijn blessure. Maar toen ik weer ging tennissen besefte ik dat dit is wat ik het liefste doe.”

In de finale bleek hoe dun in de top de scheidslijn is tussen succes of falen. Keys oogde iets te gespannen en wisselde enkele schitterende forehands af met te veel missers. Wanhopig keek ze steeds naar de tribune, waar coach Davenport ook niet meer kon helpen.

Stephens, die in de halve finale haar idool Venus Williams had uitgeschakeld, kwam juist tot haar beste niveau en deed nagenoeg niets fout. Met snel voetenwerk als basis bleef ze de wedstrijd kalm controleren. Af en toe een slicebal, om af te wisselen met harde winners.

Binnen zes weken van plaats 957 naar de winst in de US Open. „Ik ben nog dezelfde speelster”, lachte Stephens. „Alleen nu wat ouder en wijzer.”

 

Dit artikel maakt deel uit van de reeks ‘Mental power’; klik hier voor de inleiding en de andere artikelen.

bron: NRC, 11 september 2017.